Over mijn werk

Over mijn werk

In mijn werk staat ‘Leven’ centraal. Leven op te vatten als ‘Mens-zijn’, in de meest diepe zin van het woord: van mens tot mens, niet heersen, niet overheersen, maar samen mens zijn. In de Joodse traditie voorgesteld als Le’chaim: het leven vieren. Het leven dat, hoe paradoxaal misschien ook, mooi is en goed.

Een belangrijke inspiratiebron voor mij is Etty Hillesum, die vanuit deze gedachte leefde. Zij, in de Tweede Wereldoorlog geconfronteerd met een buitenwereld die haatdragend en moorddadig was, koos van binnenuit, om het goede te vinden en trouw te blijven. Trouw aan de Naaste en Zichzelf, tot de uiterste consequentie, vermoord in concentratiekamp Auschwitz. Een citaat uit haar dagboek: ‘En ik geloofde vast dat ik het leven toch schoon zou blijven vinden, altijd, ondanks alles’ (pag. 320 uit Etty: De nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941 – 1943, ed. Klaas A.D. Smelik).
In mijn werk probeer ik dat ‘schone’ weer te geven in al zijn facetten. Zoals Etty Hillesum het beschreef in die moeilijke oorlogsjaren (vanuit de trein naar Deventer): ‘Het wijde landschap, vredig en ook een beetje treurig. Ik keek uit het raampje en het was of ik door het landschap van mijn eigen ziel reed. Seelenlandschaft. Ik heb dat vaak, of het uiterlijk landschap de weerspiegeling is van het innerlijke. Donderdagmiddag even langs de IJssel. Stralend, wijd en helder landschap’ (pag. 218 uit Etty: De nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941 – 1943, ed. Klaas A.D. Smelik).

Mijn werk bevat veel landschappen: rustpunten (oases?) van de ziel? Wie zal het zeggen. Als ik kijk en luister tijdens het werken, dan onderga ik vaak de rust en het besef van het diepe mens-zijn.

Wilg
Aquarel (Mijn) Wilg - Harrie Woudstra 2021

Mijn wilg

Ik kom uit bij de wilg. Hij staat bij ons achter in de tuin. Hij is mooi. Ik voel me aan hem verwant. Een sterke en knoestige stam. Verweerd staat hij daar, maar ook fier. Je kunt niet zo maar aan hem voorbij gaan. Hij is er en toont zich aan je. Stevig. Je mag even leunen als je wilt. Of even tegen hem opboksen. Het maakt niet uit. De stam is in de loop van de jaren sterk geworden. Een beetje scheef gegroeid, maar dat komt de aantrekkelijkheid ten goede. Het bijzondere van deze wilg is dat het een knotwilg is. Jaarlijks wordt hij geknot. Hij verliest dan z’n takken, maar dat maakt niet uit. Het zijn immers takken die als wilgenhout zeer bruikbaar zijn. Hij lijkt dan kaal en dood. Toch is dat maar schijn.

Als het voorjaar z’n intrede doet, dan bot hij uit. Je denkt even waar blijft hij nu? Waar is het nieuwe leven? Het duurt vaak even voordat je het ontdekt. Alles om hem heen groeit en bloeit al, maar waar blijft die ‘oude’ wilg? Ineens zie je dan op het oude, ogenschijnlijk dode hout, de jonge knoppen. Ze barsten open en de wilg loopt uit. Vanuit de oude stam groeien snel veel uitwaaierende takken, die stevig, maar ook buigzaam zijn. Het mooiste aan de wilg is zijn bloeiwijze. Als de winterkou de natuur nog in zijn greep heeft, dan is er plots de wilg die tot leven komt. Je bent er nog niet op voorbereid. Maar ze zijn er ineens: de wilgenkatjes die als witte bolletjes in al hun pracht en praal zich laten zien. Voorbodes van de lente die komt. Symbolen van verwachting en verbinding. Zacht en teer, op wilgenhout dat sterk en taai is. Ik hou van die knoestige, oude wilg met zijn enorme groeikracht en warme bloei.